CDA-wethouder
Anno Wietze Hiemstra wordt bij de raadsverkiezingen in 2014 de
lijsttrekker van het CDA Hoogeveen. Een vertrouwd gezicht, maar hij
zal straks wel een ander geluid moeten horen dan dat van een
wethouder voor Begraafplaatsenbeleid, Financiën,
Ruimtelijke ontwikkeling, Volkshuisvesting, Welstand en monumenten en
Belastingen.
Hij zal mee gestalte moeten geven aan
een Hoogeveen dat er na de verkiezingen beter voor gaat staan dan nu.
En dan gaat het niet om het uiterlijk, dan gaat het Margien om het
Hoogeveense innerlijk. Daaraan valt nog wel iets te verbeteren. Met
name voor het CDA. U weet wel, de partij met de C.
In
het persbericht waarin het lijsttrekkerschap van Anno Wietze wordt
aangekondigd wordt vermeld dat het CDA streeft naar structurele
verbetering. “Van Hoogeveen een nog betere gemeente maken om te
wonen, te werken en te recreëren”.
Is
dat mooi of is dat mooi?
“Van
Hoogeveen een nog betere gemeente maken om te wonen, te werken en te
recreëren”.
Maar,
maar...... maar.... roept Margien dan.
Wat
is dat nou allemaal en, is dat alles?
Natuurlijk,
wonen, werken, recreëren het is allemaal erg belangrijk maar het wil
nog niet zeggen waar we naar toe willen met onze stad. Een stad, die
niet alleen zucht onder een hoge schuldenlast, maar door de crisis
ook nog geconfronteerd wordt met veel werkloosheid en alle trieste
zaken die daarmee samenhangen.
Wat
voor stad wil je zijn in tijden van crisis?
Blijf
je dan roepen “Werk, werk, werk!” terwijl je weet dat een deel
van de Hoogeveners nooit aan het werk zal komen, niet alleen omdat er
te weinig banen zijn maar ook door een persoonlijke problematiek?
Blijf
je de zwakkeren achter de vodden zitten? Roepen dat ze stapjes moeten
doen zonder dat iemand zich afvraagt waar naartoe?
Kan
iedereen echt op eigen kracht meedoen?
Mag
iedereen eigenlijk wel meedoen?
En
is het wenselijk dat armen zwakken en zieken tot verdienmodel
gebombardeerd worden?
Of
zou je juist in tijden van crisis van iets anders uit moeten gaan?
Margien
is groot fan van de profeet Jesaja. Hij is behoorlijk kritisch over
de bestuurders van zijn tijd en dus tegelijk heel positief. Hij wijst
, in dienst van zijn God, aan welke richting het op moet met zijn
stad. Nee, over de bestuurders is hij niet mals. Lees maar eens wat
er staat:
Jesaja
1
23 Je vorsten zijn schurken, ze
houden het met dieven,
ze denken alleen aan geschenken en
steekpenningen.
Wezen bieden ze geen bescherming,
het
lot van weduwen laat hen koud.
Nou,
daar konden ze het mee doen. Het ging de bestuurders om pracht en
praal maar voor zaken die werkelijk belangrijk waren hadden ze geen
oog in hun hoogmoedswaanzin. We schrijven zo rond 700 voor Christus.
Jesaja
5
20 Wee degenen die het kwade goed
noemen
en het goede kwaad,
die het licht tot duisternis maken
en het duister tot licht,
die van zoet bitter maken
en van bitter zoet.
21 Wee degenen die wijs zijn in
eigen ogen,
die naar eigen oordeel verstandig zijn.
22 Wee degenen die helden zijn in
het drinken,
die dapper zijn als er wijn wordt
geschonken,
23 die voor een geschenk de
schuldige gelijk geven
en de rechtvaardige beroven van zijn
recht.
Oeffff, denk je dan. Er is blijkbaar
weinig nieuws onder de zon. Ook toen werden woorden verdraaid, waren
problemen uitdagingen, was zwakte eigen kracht, was een arme een
profiteur, was een fraudeur een held. Toen waren het duistere tijden.
Nu zijn ze het alweer.
En wat moet je in duistere tijden?
Graaien met de graaiers?
Over lijken gaan voor je baan?
Met een soort kadaverdiscipline doen
wat je gezegd wordt, wetende dat je anderen beschadigt?
Willen we dat?
Is het zo dat
het tegengestelde van
liefde niet haat is is, maar onverschilligheid?
Zijn
mensen eigenlijk bestemd om onverschillig te zijn?
Nee,
Jesaja wil bestuurders die gaan voor recht, rechtvaardigheid en
gerechtigheid voor alles en iedereen. Een hele klus, maar als dat je
leidraad is, moet je wel uitkomen bij de stad die Jesaja wil: Stad
van gerechtigheid, stad van trouw.
Natuurlijk,
Margien heeft gemakkelijk praten vanachter haar toetsenbord maar ze
heeft er alle vertrouwen in dat waar een wil is, zich vanzelf een weg
ontsluit.
Rechtvaardigheid
daar moet je niet over lullen, je moet het doen.
Zo
zuiver mogelijk afwegen hoe je de financiën van de stad wilt
uitgeven en aan wat en aan wie. Het kan. Vast.
Ondertussen
zit Anno Wietze er maar mooi mee. Ging het als in Jesaja 3: 6 “Wees
jij onze leider en ontferm je over deze chaos” ? Margien hoopt en
denkt dat het niet zo is gegaan. Toch blijft het een hele klus:
werken aan een stad van trouw.
Zoiets
kan alleen maar door trouw te zijn aan die stad, door naar haar te
luisteren en met haar van gedachten te wisselen.
Trouw
zijn aan de stad maar ook trouw zijn aan degenen die je dierbaar
zijn. Zonder hen is er slechts eenzaamheid, want reken er maar op dat
steden ontrouw kunnen zijn.
En
natuurlijk: trouw zijn aan jezelf.
Elke
morgen even recht in de spiegel kijken en je afvragen: is dit nog
steeds wat ik wil?
Maar
bovenal: hou de lol erin en laat je niet de lust voor het leven
ontnemen door de soms ondraaglijke zwaarte van het besturen van een
stad.
Kortom: maak wat van die C!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten